Selor-examen Dossiertest

Wat houdt de dossiertest van Selor in?

De dossiertest simuleert op de computer een werksituatie rond dossierbeheer en bestaat uit drie delen: een scenario, een aantal documenten met instructies en verschillende vragen voor elk dossier. De kandidaat mag alleen gebruikmaken van de informatie die hij terugvindt in de documenten om de vragen te beantwoorden.

De onderwerpen verschillen van examen tot examen. Bij sommige is projectbeheer de rode draad doorheen de vragen terwijl andere meer gericht zijn op het naleven van procedures. En nog andere zijn dan weer een combinatie van beide.

Ongeacht het onderwerp heeft het scenario heel veel weg van dat van de postbakoefening. Je vindt hierin gedetailleerde informatie over jouw missie en de werking van de organisatie waarin je werkzaam bent.

De documenten variëren per onderwerp. Voor de thema's rond projectbeheer zijn de bijbehorende documenten vaak projectfiches, al dan niet aangevuld met verslagen van vergaderingen. Voor de onderwerpen die testen of je de geldende procedures wel degelijk volgt, zijn de documenten vaak heel technisch: interne procedures, juridische documenten enz.

Alle vragen zijn meerkeuzevragen. Er zijn twee soorten vragen: vragen die testen of je de situatie juist beoordeelt en vragen die je tekstbegrip testen. De eerste categorie vragen heeft grotendeels projectbeheer als thema. De tweede categorie richt zich dan weer op de toepassing van de procedures.

De vragen die testen of je de situatie juist kan beoordelen, kunnen drie vormen aannemen:

• • de meest geschikte actie kiezen uit vier of vijf opties,
  • een actie beoordelen op een schaal van drie, gaande van niet geschikt tot zeer geschikt,
  • de acties rangschikken van meest geschikt naar minst geschikt,

Bij de vragen die het tekstbegrip testen moet de kandidaat verbanden leggen tussen de informatie-elementen uit verschillende documenten en op basis daarvan een conclusie trekken. Dit type vragen test dus het redeneervermogen via deductie. Voor sommige vragen moet de kandidaat berekeningen maken. Het betreft hier simpele berekeningen, waarbij een rekenmachine mag worden gebruikt.

De duur van het examen kan verschillen (tussen 1 en 3 uur), net zoals het aantal documenten (tussen 10 en 50 pagina's). Hoe langer het examen duurt, hoe meer pagina's de kandidaat moet doornemen.

De belangrijkste moeilijkheden van dit examen zitten hem in de complexiteit van het scenario, het aantal en de complexiteit van de documenten alsook in het interpreteren van de vragen en het werken onder tijdsdruk. Deze moeilijkheden zijn eigen aan het examen dat twee vaardigheden van de kandidaat wil beoordelen: informatie opnemen en een beslissing nemen.

Selor geeft de volgende verduidelijkingen: “Met deze test wil Selor kijken hoe je met de beschikbare informatie omgaat en hoe je de informatie-elementen opneemt. Vervolgens evalueren wij welke positie je inneemt, welke beslissingen en/of acties je neemt om op de best mogelijke manier de taken tot een goed einde te brengen.”

De dossiertest is dus een technische proef. Om te slagen moet de kandidaat:

• goed zijn rol afbakenen,
• de werking begrijpen van de organisatie waarin hij werkzaam is,
• indien nodig heel goed op de hoogte zijn van de projecten die hij coördineert,
• de vragen correct interpreteren door rekening te houden met alle parameters,
• snel relevante informatie in de documenten terugvinden,
• al deze informatie-elementen combineren om tot een juiste conclusie te komen,
• goed omspringen met de beschikbare tijd.

Volgende oefenboeken kunnen de kandidaat helpen zich voor te bereiden op het examen:

• Postbakoefening van Selor om te leren hoe je een scenario moet analyseren

• Situationele beoordelingstest om te leren de vragen te analyseren en de opties te beoordelen (de geëvalueerde vaardigheden kunnen verschillen).